Hoe werkt de Wkb voor padelbanen, vlaggenmasten, standbeelden en magazijnstellingen?
De Wet kwaliteitsborging voor bouwen (Wkb) heeft de laatste tijd veel aandacht gekregen, vooral als het gaat om woningen en bedrijfshallen. Maar de Wkb omvat meer dan alleen deze bouwwerken, zoals we de afgelopen maanden hebben ontdekt. In deze blog bekijken we enkele bouwwerken die ook onder deze wet vallen.
In het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl) zijn diverse bouwwerken expliciet opgenomen in gevolgklasse 1 (artikel 2.17 lid 3 Bbl). Naast woningen en bedrijfshallen vallen ook 'andere bovengrondse bouwwerken zonder dak en niet hoger dan 20 meter' in deze klasse, zolang ze niet bestemd zijn voor verkeersdoeleinden of waterkerende functies hebben. Dit betekent dat een aantal niet-alledaagse bouwwerken, zoals padelbanen en magazijnstellingen, onder de Wkb kan vallen.
Voorbeelden van bouwwerken die onder de Wkb vallen:
Bij PlanGarant hebben we inmiddels ervaring opgedaan met een aantal van deze bouwwerken. Hoewel de risico’s vaak relatief laag zijn, dienen ze toch gedocumenteerd te worden volgens de regels binnen de Regeling kleine werken. Enkele voorbeelden zijn:
- Padelbanen (met lichtmasten hoger dan 5 meter)
- Vlaggenmasten (hoger dan 6 meter)
- Antennemasten (hoger dan 3 meter)
- Sport- of speeltoestellen (hoger dan 4 meter)
- Permanente cameramasten bij bijvoorbeeld zonneparken (hoger dan 5 meter)
- Vleermuizenhotels (hoger dan 5 meter)
- Magazijnstellingen in bedrijfsruimtes (hoger dan 8,5 meter)
- Thematische constructies in attractieparken (hoger dan 5 meter)
- Kunstwerken zoals rotondeaankleding (hoger dan 5 meter)
Hoe de Bbl op de juiste manier te lezen?
De vergunningsprocedure voor bouwwerken zonder dak begint bij artikel 2.26 van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl). Dit artikel stelt drie criteria vast die bepalen of een bouwwerk zonder dak vergunningsplichtig is voor de bouwactiviteit. Een constructie zonder gebouwfunctie wordt bouwtechnisch vergunningsplichtig als het hoger is dan 5 meter of ondergronds ligt, waarbij de oppervlakte niet relevant is.
In het tweede lid van dit artikel worden specifieke constructies genoemd die, wanneer ze een bepaalde hoogte overschrijden, ook onder de vergunningsplicht vallen. Dit omvat onder andere sport- of speeltoestellen (meer dan 4 meter hoog), terreinafscheidingen (meer dan 1 meter hoog), erf- of perceelafscheidingen (meer dan 2 meter hoog), antennes (meer dan 3 meter hoog) en schotelantennes met een doorsnede groter dan 2 meter.
Wanneer een bouwwerk zoals een padelbaan, vleermuizenhotel of standbeeld hoger is dan 5 meter, valt het onder de vergunningsplicht volgens artikel 2.26 Bbl. In dat geval wordt het bouwwerk vervolgens beoordeeld volgens artikel 2.27 Bbl. Hierin kom je via lid 1 onder a. uit bij artikel 2.17 lid 3 onder g. Bbl, dat bouwwerken aanwijst die onder gevolgklasse 1 vallen en daarmee meldingsplichtig zijn onder de Wkb.
Artikel 2.27 verdient extra aandacht, met name lid 2 onder e en f. Hierin worden vlaggenmasten en magazijnstellingen specifiek benoemd. Een vlaggenmast is vergunningsvrij als deze lager is dan 6 meter, terwijl een magazijnstelling vergunningsvrij is als deze lager is dan 8,5 meter en uitsluitend op de vloer van het gebouw rust.
Het is van belang de artikelen in de juiste volgorde te raadplegen: eerst artikel 2.25 (bouwwerk met dak), daarna artikel 2.26 (bouwwerk zonder dak) en vervolgens artikel 2.27 voor de uitzonderingen. Als het bouwwerk na deze stappen nog steeds vergunningsplichtig blijkt te zijn, kan in artikel 2.17 worden nagegaan of het mogelijk onder gevolgklasse 1 valt, wat een bouwmelding volstaat.
Conclusie
Langzaam raken we vertrouwd met de Wkb en passen we deze op steeds meer bouwwerken toe. Dit is een interessante periode voor kwaliteitsborgers, waarbij we graag meedenken over nieuwe en bestaande projecten.
Meer weten?
Neem contact met ons op door ons te bellen of vul het contactformulier onderaan deze pagina in.